Let op! U bent niet meteen onvruchtbaar na de ingreep. Er zijn altijd nog levende zaadcellen in de zaadleiders, deze kunnen de eerste maanden met de zaadlozing meekomen. Daarom is het belangrijk dat u de eerste 3 maanden altijd voorbehoedsmiddelen gebruikt. In deze 3 maanden moeten er ongeveer 15 tot 20 zaadlozingen plaats vinden.
Na deze 3 maanden en de 15 tot 20 zaadlozingen wordt u geacht om een zaadmonster in te leveren. Dit is nodig om vast te stellen of er nog zaadcellen aanwezig zijn in het monster. Als er geen levende zaadcellen meer zichtbaar zijn, is de sterilisatie geslaagd. U bent dan vanaf dat moment onvruchtbaar. Dit onderzoek kunt u via uw huisarts laten verrichten.